De tijdens de jubileumviering van ons 25-jarig bestaan door de kerkenraad aangeboden workshop hebben we zaterdag 21 januari gehouden in de Molenaarshof van 10.00 uur tot 15.00 uur. Het was een inspirerende en uitdagende workshop die door een zeer ervaren symbolische bloemschikster Hanneke Maassen uit Arnhem werd verzorgd. Na ontvangst met koffie/thee en krentenwegge kregen we een presentatie over de inhoud van symbolisch schikken in de liturgie. Daarna werden we in 5 groepen verdeeld en elk kreeg van Hanneke een symbolische schikking die we moesten analyseren naar aanleiding van een aantal richtlijnen. Onze bevindingen moesten we in 1 zin weergeven. Het volgende was een oefening voor elke groep om naar aanleiding van 5 verschillende teksten uit Genesis (het Scheppingsverhaal) een symbolische schikking te maken. We begonnen met een schets te maken en daarna een keuze maken uit de vele verschillende materialen die waren meegenomen. (we wisten van te voren niet wat we gingen maken en ook niet welke materialen er nodig waren). Het was intussen al tijd voor de lunch maar eerst werd er nog een groepsfoto gemaakt. De lunch was heerlijk en ieder kon even gezellig praten met elkaar. Daarna weer aan het werk. De resultaten werden gezamenlijk door Hanneke besproken. Hanneke werd een herinneringstasje met inhoud aangeboden als dank voor de zeer inspirerende workshop. We kunnen terugkijken op gezellige dag met een ervaring rijker aan nieuwe inzichten.
Hieronder de 5 oefeningen met de bijbehorende teksten en een foto-impressie van deze dag. Klik op de foto voor een vergroting.
Op de foto staan van links naar rechts: Joke Boink, Martine Suerink, Hanneke Maassen (docent), Frederika Reurink, Marja Daalwijk, Joanna Boensma, Linda Wesselink, Erna Luttikhedde, Janny ten Tije, Rikie Altena, Bea van Yperen en Jo Wegereef. Zittend van links naar rechts Frieda Hiddink, Annie Eertink en Willemien Kremers. Helaas konden niet aanwezig zijn Anna Potman, Betsie van de Vegte, Diny Grooteboer, Diny Onijs, Inge Doornkamp, Jannie Velderman, Mariek Reinders en Marjolein Westerhuis.
De schepping van hemel en aarde 11 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. 3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. 4God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; 5het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
6God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag.
9 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. 10Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. 11God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. 12De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was. 13Het werd avond en het werd morgen. De derde dag.
14 God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, 15en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. 16 God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. 17Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, 18om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. 19Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag.
20 God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ 21En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. 22 God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ 23Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag.