Kerkelijke kleuren

Advent is paars, Kerst is wit

Het nieuwe kerkelijk jaar begint met Advent. Veel kerken hangen in de weken voor Kerst een paars kleed aan de preekstoel, terwijl er normaal gesproken een groene lap hangt. Wat is de betekenis hiervan?

Het gebruik van kleuren in de eredienst om het verloop van het kerkelijk jaar aan te duiden, is volgens historici al tien eeuwen oud. Vandaag de dag zijn het vooral rooms-katholieke parochies en Samen-op-Weggemeenten die deze symboliek voeren. In sommige kerken komen de kleuren tot uiting in een kleed, een zogeheten antependium, dat over de kansel of de avondmaalstafel hangt. Waar voorgangers toga's dragen, dragen zij ook wel lange, gekleurde sjaals (stola's) daaroverheen.

Standaardkleur

Tussen Pinksteren en Kerst wordt in deze kerken de 'standaardkleur', groen, gevoerd. Die staat symbool voor het nieuwe leven dat na de kerkelijke feesten gestalte krijgt.
Aanstaande zondag begint, met de eerste adventszondag, officieel het nieuwe kerkelijke jaar. De groene kleden in de kerk worden dan vervangen voor paarse. Paars is vanouds de kleur van bezinning, inkeer boetedoening en rouw. Met Kerst zelf zijn het antependium en de stola wit, de kleur van licht en zuiverheid.
Kerken gaan verschillend om met het gebruik van kleuren. In sommige gemeenten hangen er de voorlaatste zondag voor Kerst roze doeken, omdat dan alvast wordt vooruitgekeken op het feest dat komen gaat.
Tussen Kerst en Pasen wordt weer het groen gevoerd. Uitzonderingen zijn: Witte Donderdag (witte doeken over preekstoel en toga) en Goede Vrijdag (zwart, de kleur van rouw, of helemaal geen gebruik van gekleurde lappen). In de lijdenstijd en op Pasen zelf worden, net als tijdens Advent en Kerst, het paars en het wit gebruikt.
Rode stof (de kleur van geestdrift en enthousiasme) komt alleen tijdens Pinksteren en soms bij bevestiging van ambtsdragers uit de kast.
De gekleurde doeken zijn doorgaans effen, maar het komt ook voor dat er symbolen, zoals een korenaar of de Griekse letters Alpha en Omega zijn opgeborduurd.

Taboe

In rooms-katholieke kringen worden deze liturgische kleuren al eeuwenlang gebruikt. Voor de protestanten zijn zij echter lange tijd taboe geweest. Volgens hymnoloog Jan Smelik komt dit doordat er in orthodox-gereformeerde kring ,,traditioneel altijd weinig aandacht is geweest voor symbolen''. ,,De soberheid die na de Reformatie ontstond heeft tot gevolg gehad dat je dit soort zaken tot in de twintigste eeuw eigenlijk niet tegenkwam in protestantse kerken.'' Pas bij de opkomst van de liturgische beweging, in de twintigste eeuw, kwam er volgens Smelik meer aandacht voor het gebruik van kleuren in de kerk.
De liturgiedeskundige sluit niet uit dat het gebruik van kleuren ook in orthodox-gereformeerde kring ingang zal vinden. ,,Je merkt dat er een toenemende behoefte is aan symbolen. Discussies over het nut van kaarsen in de kerk tijdens de adventperiode zijn daar een voorbeeld van.''
Smelik tekent daarbij wel aan dat symbolen wat hem betreft alleen nuttig zijn als iedereen begrijpt wat ermee wordt bedoeld. ,,Ze moeten voor zichzelf spreken. Als niemand snapt waarom er een paars kleedje over de preekstoel hangt, klopt er iets niet.''

Amersfoort

Ook buiten de Samen-op-Wegkerken zijn er gemeenten die de liturgische kleuren gebruiken. Een daarvan is de Christelijke Gereformeerde Kerk in Amersfoort, waar zij al in de jaren tachtig werden ingevoerd. Volgens predikant A.C. Van der Wekken gebeurde dat na aanbeveling van een commissie 'vieringen'. ,,Het argument om ze in te voeren was dat de gemeente zich dan beter bewust zou worden van het verloop van het kerkelijk jaar.''
De reacties van de kerkleden in Amersfoort waren volgens Van der Wekken positief. ,,Tegenwoordig hangt naast de preekstoel een groot kleed met de kleur van het kerkelijk jaar. Mijn collega-predikant draagt ook een gekleurde lap over zijn toga. Ikzelf draag nog mijn zwarte toga. Waarom weet ik eigenlijk niet, waarschijnlijk omdat ik het zo gewend ben, denk ik. Ik sta nog niet zo lang in Amersfoort.''
Van der Wekken vindt het gebruik van kleuren vooral nuttig voor ,,een stukje bewustwording''. ,,Laten we realistisch zijn: preken gaan soms het ene oor in, het andere oor uit. Wat mensen zien blijft op hun netvlies gegrift staan. Door het gebruik van symbolen is de kans dus groter dat de boodschap blijft hangen.''
De Amersfoortse predikant vindt het dan ook jammer dat tijdens de Reformatie zoveel symbolen zijn verdwenen uit de kerk. ,,Er is veel goeds met het badwater weggegooid, zoals bijvoorbeeld ook het vasten. Toch moet je deze symbolen, net als de kleuren, altijd blijven zien als middel, nooit als doel.''

Bron: Nederlands Dagblad